Blogberichten

Een besmettelijke ziekte…

Het was een start van het bureau die ik mij niet had kunnen voorstellen. Amper twee maanden na de aankoop van het Majoorslogement ging de samenleving op slot. Al bijna een jaar wachten we op verruiming van de maatregelen en het moment dat we elkaar weer in een goed gevulde zaal kunnen ontmoeten. Voor de huidige generaties is de Coronapandemie een gebeurtenis zonder precedent. Vaak wordt de Spaanse Griep van 1918-1919 genoemd als laatste pandemie met vergelijkbare gevolgen. Toch kwamen gevreesde besmettelijke ziekten in het verleden vaker voor dat de meesten van ons weten. En ook dichterbij…

In het voorjaar van 1623 werd iemand in Vlagtwedde bedlegerig. Mr. Willem Harms, de dorpschirurgijn, stelde al snel de gevreesde diagnose vast: de pest! Onmiddellijk werden de richter, de gerichtsvoogd en de predikant op de hoogte gebracht en werden in allerijl voorzorgsmaatregelen genomen. Het dorp kreeg al snel in de gaten wat er aan de hand was en de gemeenschap kwam na het luiden van de kerkklok bijeen. Dominee Petrus Ulendorpius trachtte kalmerende woorden te spreken en gaf instructies over hoe te handelen. Het dorp werd afgesloten en de richter stuurde gewapende dorpelingen naar de toegangswegen om deze te bewaken. Het gerucht van de Zwarte Dood in Vlagtwedde verspreidde zich als een lopend vuurtje in Westerwolde en veroorzaakte grote onrust. Overal werden de boerschappen bijeen geroepen en noodwachten ingesteld om de bevolking van Vlagtwedde te weren. De drost van Westerwolde, Jr. Edzard Rengers van Ten Post, schakelde het garnizoen van Bourtange in om de openbare orde te bewaken en desnoods in te grijpen.

In de zomer van dat jaar speelde zich in Vlagtwedde een vreselijk drama af. Afgesloten van de buitenwereld moest de ziekte ter plaatse uitwoeden! Heftige taferelen speelden zich af; velen bezweken en de slachtoffers werden uit angst voor besmetting niet op het kerkhof, maar buiten het dorp begraven. Sommige families sloten zich op in hun huizen, anderen hielpen juist gezinnen (kinderen) waarvan de ouders waren overleden. Een deel van de dorpelingen vluchtte uit lijfsbehoud naar de velden rondom het dorp en bivakkeerde in de openlucht. Pas tegen de winter leek de pest uitgewoed en kon de trieste balans worden opgemaakt: meer dan de helft van de bevolking van Vlagtwedde had de Zwarte Dood niet overleefd… Richter Jacob ten Veenhuis vermeldde een jaar later dat in het dorp nog steeds 16 huizen leeg stonden ‘daer uith die persoone Ao 1623 innt voorjaer door den pest wechstorven sijn, ende dit jaer noch neett weder bewonet’.

Wanneer we ons realiseren dat men in vroeger eeuwen niet anders kon doen dan de besmettingshaard isoleren en laten uitwoeden, dan geeft dat wellicht een ander zicht op de huidige Coronamaatregelen. Treffend is wel dat de oorzaak van de besmetting in Vlagtwedde is gezocht bij doortrekkende militairen richting de Duitse landen om te vechten in de Dertigjarige Oorlog. De besmetting kwam toen dus ook al van buiten de grenzen…

(Tekst grotendeels ontleend aan: J.G. Abbes, Lezen in het Landschap. Uitgave ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de gemeente Vlagtwedde (Bedum 2012), 45).