Siste Viator

“Sta eens stil, reiziger”, zo luidt de vertaling van het Latijnse siste, viator. Het motto van het cultuurhistorisch bureau is ontleend aan het voorwoord uit een mooie uitgave van de kunsthistoricus prof.dr. F.G. (Frits) van der Meer (1904-1994), Uit het oude Europa. In een ‘licht gewaad’ – want het was spreektaal – beschreef Van der Meer twintig vaak onbekende monumenten in de oude landen van de West-Europese beschaving. Een prachtige bundel, in een Nederlands waarvoor hij later zelfs de P.C. Hooftprijs kreeg toegekend (1964).

Zijn bedoeling? ‘De haastige reiziger hier en daar met de vinger tegenhouden, naar iets wijzen, en hem aanzien op de manier van het aloude siste, viator: reiziger, sta hier eens bij stil. Want dat edele Europa van ons, het ware, dat nog slechts spreekt door zwijgende monumenten, ligt allang terzijde van de drukke weg, en het is volmaakt ontoegankelijk voor de onnadenkenden’. Aldus Van der Meer. Nadenken over de vaak onbekende en onverwachte schatten van onze rijke regionale, nationale en Europese cultuurhistorie; daarom gaat het ook bij Cultuurhistorisch Bureau Siste Viator.

De woorden siste, viator vond men in de Romeinse tijd vaak als epitaaf op grafmonumenten langs de grote uitvalswegen van de Eeuwige Stad, zoals de Via Appia. Ook de vesting Bourtange ligt aan zo’n “via”; de oeroude heerweg van Groningen naar Westfalen. Eeuwenlang hielden reizigers halt in de vesting omdat ze de ‘frontierstad’ moesten passeren op weg door het woeste Bourtanger Moor. Ze hadden daarbij de gelegenheid om allerlei indrukken op te doen, want de vestingen met hun garnizoenen in de grensregio vormden met name in de 17e en 18e eeuw brandpunten van de toenmalige cultuur.

De vesting Bourtange vormt niet alleen een prachtige historische omgeving voor het bureau en zijn doelstellingen, maar kan ook worden gezien als een allegorie daarvan. Vergelijk het met de kleine gravure ‘Boertange in Perspective’ als onderdeel van de beroemde kaart van Groningen van Egbert Haubois uit 1652. Het laat Bourtange zien in de wijde omgeving en als knooppunt tussen Groningen en Westfalen. De essentie van Bourtange kan namelijk alleen worden begrepen in het perspectief van de regionale – grensoverschrijdende – geschiedenis en de bredere Europese cultuur.

Ook het profiel van de oude St. Nicolaaskerk van Rhede aan de Eems aan de horizon is niet zonder betekenis. De toren fungeerde namelijk niet alleen als oriëntatiepunt voor reizigers (en was het landmeetkundig uitgangspunt voor de aanleg van de Bourtanger vestingwerken), maar ook als vingerwijzing naar de hemel. Immers; ‘Het hart des menschen overdenkt zijnen weg; maar de Heere stiert zijnen gang’ (Spreuken 16:9, Statenvertaling).  Vanuit deze perspectieven willen wij – net als Van der Meer – nadenken over ‘dat edele Europa van ons’, dat ons vandaag de dag en in onze regio zoveel heeft te bieden.